Beste lezer,
Het jaarlijkse symposium voor maritieme vrijwilligers kon in verband met de coronamaatregelen eind vorig jaar helaas niet doorgaan. Omdat wij u toch graag op de hoogte willen brengen over bepaalde ontwikkelingen, ontvangt u deze eenmalige mailing. Wij wensen u veel leesplezier!
Hartelijke groet,
Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed |
|
|
|
| Ontheffing voor vrijwilligers in de onderwaterarcheologie | Bij eerdere RCE bijeenkomsten zijn toelichtingen gegeven op het maken van een regeling door het ministerie van OCW voor vrijwilligers in de onderwater archeologie. Er wordt gekeken naar mogelijkheden om vrijwilligers kleine onderzoekshandelingen te laten verrichten.
Er wordt op dit moment gewerkt aan het Besluit Erfgoedwet Archeologie (BEA) waarin de mogelijkheid wordt verkend dat verenigingen voor vrijwilligers in de onderwaterarcheologie een ontheffing kunnen aanvragen voor de archeologische certificeringsplicht. Die ontheffing zou dan aangevraagd kunnen worden voor de volgende activiteiten:
- het meenemen van voorwerpen die acuut worden bedreigd
- het meenemen van voorwerpen die dienen ter identificatie van een vindplaats
- het verrichten van specifieke kleinere onderzoekshandelingen op een locatie
Een ontheffing zal worden verleend op basis van een plan van aanpak, voor maximaal een jaar. Verdere eisen aan de aanvraag worden nog uitgewerkt in een aparte ministeriele regeling.
Er zijn ook een paar uitzonderingen: de ontheffing kan niet worden aangevraagd voor onderzoek op rijks-, gemeentelijke en provinciale archeologische monumenten. Dit geldt ook voor wrakken van oorlogsschepen en vliegtuigen, tenzij er expliciete toestemming is verkregen van het land van herkomst.
De planning is om de aanpassingen in het BEA voor de zomer via een internetconsultatie openbaar te maken. Jullie worden hier bijtijds over geïnformeerd, zodat iedereen de mogelijkheid heeft om hierop in te spreken.
|
|
|
|
| Resultaten '13 ProvinciĆ«n' project 2020 | Het '13 Provinciën' project biedt ondersteuning aan enthousiastelingen
die zich - al dan niet met het hoofd onder water - inzetten voor het opsporen,
verkennen en documenteren van Nederlands maritiem erfgoed. Het project heeft tot doel om
deze maritieme verhalen uit de 12 provinciën en de Noordzee ‘boven water’ te
halen. Begin 2020 hebben dertien projectgroepen een voorstel
ingediend. Hiervan zijn er negen gehonoreerd, en uiteindelijk zijn acht groepen aan de
slag gegaan.
#1 De verloren schepen van de Ramp van het Moddergat
– Friesland/Groningen
Tijdens een
voorjaarsstorm in 1883 vergingen 17 vissersschepen in het Moddergat boven
Groningen. Zeven schepen vergingen definitief, waarvan er nog
altijd drie niet zijn gevonden: de WL4, WL9 en WL16. Al een aantal jaar zijn Klaas
Wiersma en zijn projectteam van de Stichting Maritieme Archeologie bezig met
het lokaliseren en onderzoeken van wrakresten om deze schepen te vinden. Voor
dit project worden de wrakresten op één van vier mogelijke locaties in de
oostelijke Waddenzee onderzocht, namelijk die in het Boschgat/Rottumerplaat. Door de
coronamaatregelen is het project vertraagd en zal het team het onderzoek in
2021 uitvoeren.
#2 Historische
dijkstructuren te Marken – Noord-Holland
Sinds de tweede
helft van de middeleeuwen hebben monniken en later andere bewoners van Marken
enorme inspanningen geleverd in de aanleg van dijken en waterkeringen om het (schier)eiland
aan de westzijde van het Markermeer bewoonbaar te maken en te houden. Desondanks
liep door veenontginning, stormen en hogere waterstanden het aantal
landhectaren terug. Resten van bedijking en andere structuren zijn nog altijd
aanwezig. Bert de Kok onderzoekt aan de oostzijde van Marken vier historische dijkstructuren, daterend van de dertiende tot de negentiende eeuw. Door de coronamaatregelen is het project vertraagd en zal
hij de rest van het onderzoek in 2021 uitvoeren.
#3 Vier vergane schepen in de turfhandel op de Zuiderzee – Flevoland/Overijssel/Noord-Holland
Welke werkzaamheden komen er allemaal kijken bij het werken aan boord van turfschepen? En hoe zijn de ontwikkelingen in deze werkzaamheden te verklaren? Leo Kaan heeft zich in zijn onderzoek gericht op de turfhandel en specifiek het werken aan boord van de schepen die hiervoor gebruikt werden. Door de werkzaamheden die te maken hebben met laden en lossen, onderhoud, voorstuwing en navigatie op de Zuiderzee - aan de hand van vier opgegraven schepen uit verschillende eeuwen - te vergelijken heeft hij geprobeerd hier een antwoord op te krijgen.
#4 Romeinse
militairen in het Brielse Meer? – Zuid-Holland
In de vroege eeuwen van onze jaartelling stichtten Romeinen
in ons land onder andere forten langs de Maasmonding, waaronder het Castellum aan het Helinium welke nooit gelokaliseerd is. In 2017 kreeg de Landelijke Werkgroep Archeologie Onder Water (LWAOW) de vraag om in het Brielse Meer naar mogelijke resten van dit Castellum te zoeken. De vraag is daarop door Rob Konings en een projectteam bestaande uit leden van de LWAOW opgepakt. Met sidescansonar
zijn er in totaal 52 interessante contactpunten gevonden. Ondanks
de coronamaatregelen is het Konings in 2020 gelukt de duikverkenningen uit te
voeren met in totaal 11 sportduikers. Helaas zijn er geen aanwijzingen voor de aanwezigheid
van het Castellum gevonden.
#5 Hollandse wortels van de Nieuw-Guinese
tonijnenjager Hollandia – Zuid-Holland
Als kleine jongen van zes jaar voer Gerrit Muilwijk mee met de
proefvaart van de tonijnenjager Hollandia. Het schip is in 1951-1952
gebouwd op de scheepswerf de Hoop in Hardinxveld, waarvan Gerrits grootvader
tot 1953 directeur was. Het schip én de vraag wat er uiteindelijk mee gebeurd is (in 1964 is het namelijk vergaan), is altijd in de gedachte van Gerrit gebleven. Via archiefonderzoek is meer over het schip achterhaald, onder andere wat het initiële doel van de bouw van het schip was.
#6 Een spaans galjoen in de slijpgeul? – Zeeland
Uit historische bronnen is bekend dat op de Colijnsplaat - voor de kust van
Zierikzee - tientallen schepen zijn vergaan. Nehallenia Archeologisch Duikteam deed onder leiding van
Urbain Sterkendries nader onderzoek naar een locatie die al in 1997 ontdekt werd. Het duikteam vergeleek de eerdere multibeamopname van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) met hun
eigen sonaropname en daarbij zijn meerdere wrakken aangetroffen. Er is het vermoeden dat er zelfs meerdere
wrakken op elkaar liggen, waarschijnlijk uit verschillende periodes. Zodra de coronamaatregelen en het weer het toelaten, vaart het
team opnieuw uit om verder onderzoek te doen.
#7 Uitbreiding voor de drie Romeinse Maasbruggen bij Maastricht
(Rijksmonument) – Limburg
Naast de genoemde forten uit onderzoek #4 bouwden de Romeinen in de eerste eeuwen AD ook een drietal bruggen over de Maas
in Maastricht. In de afgelopen eeuw zijn resten van de bruggen door
baggerwerkzaamheden aan het licht gekomen. Deze zijn door
vrijwilligers en archeologen onderzocht en gedocumenteerd. Het gebied werd in 2017
benoemd tot Rijksmonument. Peter Seinen, Joost van den Besselaar en hun
projectleden van Stichting Mergor in Mosam duiken al jaren in dit
gebied en dit blijft nieuwe resten en waardevolle informatie
opleveren. De onderzoeksrapporten zijn al in te zien via de website
van de Stichting.
#8 Historische resten in de Zwaakse Weel? – Zeeland
De
projectgroep van Rob Konings heeft maritiem
archeologisch onderzoek uitgevoerd naar mogelijke scheepsresten in de Zwaakse Weel. Hoewel er veel indirecte “scheepstijdingen” en “verhalen”
over de Zwake rondgaan zijn er alleen directe onderzoeksresultaten uit 1993
waarbij er gedoken is en houtstructuren zijn aangetroffen, wat geen scheepsresten waren. Het team heeft ditmaal een onderzoeksgebied van ongeveer
220x170m met sonar afgezocht. Er zijn daarbij geen anomalieën gedetecteerd die
duiden op (hout)structuren. Ook de in 1993 waargenomen structuren zijn niet
gevonden. De eventuele herkomst, datering en onderlinge samenhang van deze
mogelijke archeologische restanten kan dus niet (meer) worden bepaald.
Ook de Archeologische Werkgemeenschap voor Nederland (AWN) afdeling Zeeland sloot in dit project aan, waardoor dit project de samenwerking tussen AWN Zeeland en de Landelijke Werkgroep Archeologie Onder Water (LWAOW) heeft versterkt. Tevens ontstond er een nieuw team van vrijwillige onderwaterarcheologen in de regio Brabant/Zeeland.
|
|
|
|
Omgaan met de coronamaatregelen tijdens veldwerk | Meerdere groepen liepen gedurende de uitvoering van het '13 Provinciën' project tegen de coronamaatregelen aan wat uiteindelijk van invloed is geweest op de resultaten. Met behulp van een protocol is het de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) toch gelukt om zelf beperkt veldwerk uit te kunnen voeren. Dit protocol is helaas niet één-op-één door vrijwilligers over te nemen, gezien het veldwerk van de RCE een langere periode duurt (in vergelijking met een tot twee dagen of weekenden bij vrijwilligers) en de RCE natuurlijk de beschikking heeft over een groot werkschip.
De RCE heeft wel tips om iedereen die met dit probleem te maken heeft te helpen om toch op een veilige en verantwoorde manier onderzoeken te kunnen blijven uitvoeren:
- Samen met de Professional Association of Diving Instructors (PADI) heeft de Nederlandse Onderwatersport Bond (NOB) met professionals en vrijwilligers vanuit verschillende disciplines een aanvullend ‘Protocol verantwoord onder water sporten in de 1,5 meter samenleving’ geschreven.
- Divers Alert Network (DAN) Europe heeft een document opgesteld met een paar nuttige aanbevelingen betreffende procedures om risico’s te voorkomen en te verminderen. Hierin worden ook aanbevelingen voor beschermingsmaatregelen voor op duikboten en ribs aangegeven.
- Een duikschool in Vinkeveen heeft een protocol bootduiken opgesteld, die mogelijk ook nuttig kan zijn.
|
|
|
|
| Oproep '13 Provinciƫn' project 2021 | Na een succesvolle eerste editie in 2020, nodigt de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) vrijwilligers en studenten uit om deel te nemen aan de tweede editie van het
‘13 Provinciën’ project in 2021. De RCE is op zoek naar regio-specifieke maritieme
onderwerpen om de verscheidenheid aan maritieme verhalen per provincie verder
in kaart te brengen. Voor het onderzoek stelt de RCE een financiële bijdrage en tevens
ondersteuning voor de rapportage ter beschikking. Voorwaarde voor deelname aan
het project is de goedkeuring van een projectvoorstel, welke tot 19 april kan
worden ingediend.
Bent u vrijwilliger of student en bent u geïnteresseerd? Vraag dan het format voor het in te vullen onderzoeksvoorstel aan door een e-mail te sturen naar Liselore Muis, Programma Maritiem Erfgoed Nederland, via: l.muis@cultureelerfgoed.nl.
|
|
|
|
| Geofysische onderzoeken | Om het meest waardevolle maritieme erfgoed in de Nederlandse wateren te behouden, is het van belang om te weten waar het erfgoed zich precies bevindt. Grote gebieden zijn nooit eerder in kaart
gebracht, waardoor de kans bestaat dat waardevolle vindplaatsen ongezien
verdwijnen.
De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) heeft kansrijke
gebieden geselecteerd, welke worden geïnventariseerd door middel van een sidescansonaronderzoek.
Het ging om het Hoornse Hop (Markermeer), de Grevelingen, het Haringvliet, de
Banjaard en een deel van de Waddenzee bij Terschelling. Tijdens deze
onderzoeken zijn er bekende vindplaatsen geverifieerd en nieuwe vindplaatsen ontdekt.
Hoornse Hop
Het onderzoeksgebied van de Hoornse Hop is ruim 73 km2
groot. Voor de kust van Hoorn en Edam heeft in 1573 de Slag om de Zuiderzee
plaatsgevonden. Sporen daarvan zijn mogelijk onder water nog te vinden. Eerder hebben vrijwilligers van de gemeente Hoorn al
tientallen potentiële interessante locaties gevonden die met dit onderzoek zijn
meegenomen. Uiteindelijk zijn tien scheepswrakken in het Hoornse Hop gevonden en op
nog 24 andere locaties zijn mogelijke wrakresten aangetroffen. Naast
scheepswrakken zijn ook gebouwde resten gevonden en tientallen andere objecten,
zoals verloren autobanden, boeiankers en kabels.
Door middel van duikonderzoek wordt gekeken wat precies op
deze locaties ligt en wat de archeologische waarde ervan is. Hopelijk kan ook
bepaald worden of de wrakken in het Hoornse Hop aan de Slag op de Zuiderzee
gelinkt kunnen worden. Eén of twee wrakken zullen in opdracht van de RCE door
marktpartijen nader onderzocht worden. Op de overige locaties mogen
vrijwilligers onderzoek uitvoeren. De Landelijke Werkgroep Archeologie Onder Water (LWAOW) fungeert hierbij als
koepelorganisatie en draagt zorg voor controle over deze onderzoeken. Voor meer
informatie neem contact op met de LWAOW.
|
|
|
|
| Voortzetting PAN en maritieme vondsten | Het Portable Antiquities Netherlands (PAN) registratiesysteem wordt uitgebreid om ook maritieme
vondsten te kunnen registreren. Door de maritieme vondsten te inventariseren worden
meer materiaalcategorieën - zoals aardewerk en glas - aan PAN toegevoegd. Ook
de referentietypen worden uitgebreid met vondstcategorieën die veel op de
waterbodems worden aangetroffen zoals gereedschap, vaatwerk, scheepsblokken,
scheepsverlichting en kanonnen. Hiervoor worden eerst enkele oude maritieme
vondstcollecties gefotografeerd, gedetermineerd en geregistreerd. Er is een
start gemaakt met het ontwikkelen van een referentiecollectie voor maritieme
vondsten.
Volgens de planning zal PAN in september 2021 worden overgedragen
door de Vrije Universiteit Amsterdam (VU) aan de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). De VU heeft, in samenwerking met de Archeohotspots, een
subsidie gekregen om tot maart 2022 het project PAN te blijven organiseren. |
|
|
|
| Zeilvaart Lexicon | Schepen
worden met de laatste technologieën gebouwd waardoor veel termen die te maken
hebben met onderdelen van de scheepsconstructie en tuigage aan verandering
onderhevig zijn. Toch zijn veel uitdrukkingen en spreekwoorden evenals termen in
moderne scheepsbouw afkomstig van een scheepvaarttraditie die eeuwenlang
verankerd is geweest in de samenleving.
Om de kennis over scheepstermen te
bevorderen, heeft de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) de auteursrechten
van het boek “Zeilvaart Lexicon - Maritiem Woordenboek” van J. van Beylen
overgenomen. Dit boek uit 1985 is slechts sporadisch nog te vinden. Het is een
van de meest complete overzichten en geeft uitleg over scheepvaart gerelateerde
termen in het Nederlands, Frans, Engels en Duits. Door dit boek in 2021
digitaal beschikbaar te stellen, hopen de onderzoekers van de RCE dit
standaardwerk beter bekend te maken bij het grotere publiek en de kennis over
en van het maritieme erfgoed te verbeteren. |
|
|
|
|