1 juni 2020

In Leesbevordering op de pabo wordt verslag gedaan van de stand van zaken van leesbevordering op de pabo-opleidingen. Daarbij is vooral gekeken naar de plaats van jeugdliteratuur in het curriculum van de pabo’s en de inzet van  leesbevorderende werkvormen. Het onderzoek is in opdracht van Stichting Lezen uitgevoerd door onderzoeksbureau Oberon en MK onderzoek + advies. In het onderzoek is een vragenlijst beantwoord door docenten van 28 pabo’s (van de 42 in Nederland). Daarnaast zijn er op zes pabo’s verdiepende interviews afgenomen met pabodocenten en directieleden.

In 2014 is voor het laatst een stand van zaken-onderzoek naar leesbevordering op de pabo uitgevoerd. Waar mogelijk zijn de resultaten van 2020 vergeleken met 2014. De positie van jeugdliteratuur is min of meer hetzelfde is gebleven ten opzichte van 2014, twee derde van de pabo’s biedt het aan als zelfstandig onderdeel in het curriculum en een derde integreert jeugdliteratuur in andere vakken. Maar de verdiepingsmogelijkheden zijn sinds 2014 iets gegroeid en er lijkt meer structurele aandacht te zijn voor voorlezen, vrij lezen en boekpromotie. Bovendien is de gehele verplichte leeslijst op de onderzochte pabo’s afgeschaft, wat in 2014 nog niet zo was. Er is dus meer keuzevrijheid voor de pabostudenten.

Uit de resultaten blijkt dat er ook ruimte is voor verbetering. Slechts een derde van de pabodocenten vindt hun studenten ‘voldoende competent’ in leesbevordering wanneer zij afgestudeerd zijn. De helft vindt hun studenten ‘enigszins competent’. Aanbevelingen voor Stichting Lezen zijn in het rapport opgenomen.

Doelgroep(en)