Opinie: Alle Nederlanders hebben recht op kunst, ook buiten de randstad
De adviezen van het Fonds Podiumkunsten zijn een klap voor de provincies. Gedeputeerden reageren.
Nu het landelijk Fonds Podiumkunsten (FPK) zijn adviezen bekend heeft gemaakt, staan de provincies perplex: muziek- en theatergroepen in de regio hebben het nakijken. Groepen van landelijke betekenis, met hoge kwaliteit en geworteld in hun omgeving, krijgen positieve adviezen, maar geen budget. Als er nu geen geld bijkomt, staan veel makers buiten de vier grote steden met lege handen, ondanks goede prestaties. Ook het publiek in de provincie is de dupe.
Van de ministeriële belofte om met Rijksondersteuning regionaal beleid te versterken, komt bij het FPK weinig terecht. Het viel te verwachten dat de forse vermindering van FPK-middelen met 15,8 miljoen euro (8,6 miljoen bezuiniging, 7,2 verplaatsing budget) een kaalslag zou aanrichten. Maar dat dit zou leiden tot omvangrijke witte vlekken in Nederland, is zeer teleurstellend: van de beschikbare 21 miljoen euro gaat amper budget naar de regio. In Flevoland, Zeeland, Overijssel en Gelderland krijgen makers niets van het FPK. De drie noordelijke provincies krijgen samen 2 procent, Utrecht (zonder stad) 2 procent, Noord-Brabant en Limburg 8 procent, Noord-Holland (zonder Amsterdam) en Zuid-Holland krijgen 4 procent.
Meer aandacht beloofd
Minister Van Engelshoven (D66) had de provincies juist meer aandacht beloofd binnen de landelijke culturele infrastructuur. Kunst en cultuur moeten voor iedereen bereikbaar zijn, zowel in Randstad als regio, aldus het Regeerakkoord 2017-2021 (Vertrouwen in de toekomst. 2017, VVD, CDA, D66 en ChristenUnie).
Op verzoek van de minister investeerden veel regio’s in zogeheten culturele regioprofielen. Ze formuleerden samen met de culturele instellingen concrete plannen om cultuur, gespecialiseerd en geworteld in hún omgeving, verder te ontwikkelen mét de beloofde hulp van het rijk. Bij het FPK blijft nu die steun aan makers uit.
Binnen de Basisinfrastructuur (BIS) en de festivalregeling hebben sommige provincies weliswaar meer ruimte gekregen. Maar veel gerenommeerde gezelschappen die in de regio gevestigd zijn, profiteren daar niet van. Als gedeputeerden vragen wij ons af: onze unieke regioprofielen waren toch óók voor ónze makers bedoeld? We raken zo unieke kunstgenres en onmisbare groepen kwijt, die stevig geworteld zijn in onze omgeving en hier een sterke band hebben opgebouwd met een trouw publiek. Het bestaansrecht van toonaangevende publieksfavorieten als PeerGrouP, BOT, Vis à Vis, Duda Paiva Company, Suburbia, Theaterproductiehuis Zeelandia, Katja Heitmann, Matzer en vele andere staat onder grote druk.
Geen ‘kabinet voor de regio’s’
Het is zeer teleurstellend dat het FPK geen enkele van de zeven ingediende aanvragen uit Oost-Nederland (Gelderland en Overijssel) honoreert, en dat van een fonds dat is bedoeld voor héél Nederland. Het staat bovendien haaks op het belofte van de minister dat het kabinet ‘een kabinet van de regio’s’ zou zijn.
Het FPK zegt dit gebrek aan spreiding op te vangen met landelijke tournees van wél gehonoreerde gezelschappen. Maar deze verdediging houdt geen stand: gehonoreerde gezelschappen spelen bijvoorbeeld amper in provincies als Flevoland en Zeeland; dit advies leidt juist tot verlies van Rijksgesubsidieerde instellingen in Flevoland. Limburg investeerde 40 miljoen euro in de culturele infrastructuur en ziet dit onvoldoende beantwoord door het Rijk.
De criteria die het FPK hanteert in de beoordelingen, zoals het geringe aantal bezochte voorstellingen in de provincie, worden vaak beargumenteerd vanuit een Randstedelijke context. Dat geldt ook voor innovatie, diversiteit en inclusief denken, die in iedere omgeving iets anders betekenen. Zelfs provincies die wel budget ontvangen voelen de pijn, terwijl alle inwoners van Nederland recht hebben op een goed cultuuraanbod vanuit de eigen regio. Daarom roepen wij als gedeputeerden van negen provincies gezamenlijk de minister en Tweede Kamer op de belofte aan de regio’s na te komen, óók voor instellingen die afhankelijk zijn van FPK. Behoud het makersklimaat en de kwaliteit van het creatieve cultuuraanbod in de regio.
Michiel Rijsberman (D66) gedeputeerde Cultuur prov. Flevoland
Anita Pijpelink (PvdA), gedeputeerde Cultuur provincie Zeeland
Roy de Witte (CDA), gedeputeerde Cultuur provincie Overijssel
Ger Koopmans (CDA), gedeputeerde Cultuur provincie Limburg
Cees Bijl (PvdA), gedeputeerde Cultuur provincie Drenthe
Peter Drenth (CDA) gedeputeerde Cultuur provincie Gelderland
Wil van Pinxteren (Lokaal Brabant) Gedeputeerde Cultuur provincie Brabant
Sietske Poepjes (CDA) gedeputeerde Cultuur provincie Friesland
Mirjam Wulfse (VVD) Gedeputeerde Cultuur provincie Groningen
Lees verder
In de dans om de subsidiemiljoenen van het Fonds Podiumkunsten zijn maandag tientallen theater- en muziekgezelschappen afgevallen. De zware slag brengt hun voortbestaan in gevaar, omdat de coronacrisis hun voorlopig berooft van publieksinkomsten.
Tientallen muziek- en theatergezelschappen kregen slecht nieuws: geen subsidie meer. De eerste reacties zijn bedremmeld. ‘Volgend jaar bestaat de band 25 jaar, dus het is wel pijnlijk.’
In dit interview ligt Henriëtte Post, directeur van het Fonds Podiumkunsten, de subsidiekeuzes toe. ‘Je weet dat een enorm verlies aan arbeidsplekken volgt.’
In juni maakte de Raad voor Cultuur zijn advies bekend over samenstelling van de Culturele Basisinfrastructuur, met daarin de grootste gezelschappen van het land. Daar was toen veel plek voor vernieuwing. De Tweede Kamer greep later in, en voegde ook het afgevallen Scapino Ballet en Eurosonic Noorderslag aan het pakket toe. De popmuziek drong toen door tot het hart van de kunstsubsidies. Maar waarom deed maar één band een aanvraag?
Als Cappella Amsterdam weer geen subsidie zou ontvangen, zou het gedaan zijn met het kamerkoor. De Volkskrant volgde het koor gedurende de aanvraagperiode, die maandagochtend een climax bereikte met de bekendmaking van de gelukkigen.