Verslag van de Adviescommissie
23 september 2020


Inleiding

Op woensdag 23 september van dit jaar, 2020, kwam een externe Adviescommissie voor het initiatief tot naamsverandering hier [bij de instelling die voorheen Witte de With Centrum voor Hedendaagse Kunst heette] bijeen om drie naamopties voor de instelling te bespreken.


Deelname

De leden van de externe adviescommissie zijn voor hun deelname uitgenodigd door de instelling. De samenstelling bracht opkomende en ervaren leiders op het gebied van kunst en cultuur in Rotterdam, Nederland en internationaal samen.

De aanwezige leden van de adviescommissie in de vergaderzaal op 23 september, waren: Jannelieke Aalstein, Leal Arazzi van Herwaarden, Clara Balaguer, Yahaira Brito Morfe, Willem de Rooij, Sasha Huber, Stijn Kemper, Iris Kensmil en Willem Philipsen.

De leden van de adviescommissie die digitaal via zoom deelnamen waren: Liesbeth Bik, Tumelo Mosaka en Kees Weeda.

Lid van de adviescommissie Louise Mitchell was afwezig tijdens de vergadering. Zij heeft voorafgaand aan de vergadering een schriftelijke beoordeling van de shortlist met namen doorgegeven. (Mitchell is CEO van de onlangs hernoemde Bristol Beacon in het Verenigd Koninkrijk. Haar afwezigheid was te wijten aan de publieke aankondiging op diezelfde dag van de nieuwe naam van de instelling, die voorheen Colston Hall heette).

De vergadering van de adviescommissie werd gemodereerd door Quincy Mahangi; ingeleid door de directeur van de instelling, Sofìa Hernández Chong Cuy; de notulen van de vergadering werden gemaakt door de Research and Programs Manager van de instelling Vivian Ziherl. Naast hen waren ook de leden van de werkgroep "Initiatief tot Naamsverandering" bij de vergadering aanwezig. Dit zijn: Rosa de Graaf, Jessy Koeiman, line kramer, Jeroen Lavèn en Veronika Babayan.


Naam Opties

De door de instelling aan de adviescommissie ter beoordeling verstrekte eindselectie van drie namen waren de volgende:

  1. KAT, met spellingsvarianten C, K, of met beide letters tegelijk
  2. kin, met varianten in zinsvorm, in hoofdletters en in kleine letters.
  3. Haven, met hoofdletter H in zinsvorm of alles in kleine letters.

Voorafgaand aan de vergadering van 23 september heeft elk lid van de adviescommissie een schriftelijke beoordeling van elk van deze namen gegeven, met vermelding van de voor- en nadelen van elke naam, en verband houdende (of in overweging) met een Dossier dat uitkomsten van de publieke inputfase bevatte, waaronder naamcriteria, forum verslagen en een samenvatting van de uitkomsten van de Online Enquête. Tijdens de vergadering zelf werden de voor- en nadelen van elke naam besproken.


Advies

Van de drie voorgestelde namen is KAT met meerderheid van stemmen (11 leden) de naam die door de adviescommissie werd bekrachtigd. Er heerste ook een sterk gevoel in de zaal om Melly als de naam van de instelling te overwegen. Deze naam kwam naar voren als onderdeel van een "wat ontbreekt er?"-discussieronde die in de tweede helft van de vergadering werd geïntroduceerd. Ook andere namen werden op dit punt besproken, maar Melly resoneerde het meest. Wanneer er, ten slotte, keuze werd gegeven tussen KAT en Melly, gaf de meerderheid aan (8 van de 12 aanwezige leden) dat Melly een betere naam zou zijn voor de instelling.

Hier volgt de samenvatting van het advies dat door de adviescommissie over de drie shortlist namen werd gegeven.


Dit is het advies dat wordt gegeven over de naamoptie KAT:

Als acroniem, C-A-T of K-A-T, geeft deze naam duidelijk de focus van het instituut weer door de koppeling van "Contemporary Art and Theory" in het Engels, en; wanneer gespeld met een K, "Kunst. Activiteiten. Theorie" in het Nederlands. Door de naam met een K te spellen, en dus Kat in het Nederlands te lezen, wordt het automatisme van de Engelse taal vermeden. Een mix van spelling, bijvoorbeeld "c-k-a-t" of "k-c-a-t" kan ook gedenkwaardig zijn en fonetisch hetzelfde effect hebben.

Hoewel het een schijnbaar neutrale naam is, corrigeert deze naamoptie het verleden door te refereren naar de statuten waarin het doel van de instelling staat beschreven, namelijk hedendaagse kunst en theorie. Hoewel een gedurfde naam spannend zou kunnen zijn, vinden te veel mensen de hedendaagse kunst op zichzelf al erg moeilijk en een gemakkelijke naam zou beter passen als het doel toegankelijkheid is. De vraag die werd gesteld was: "Waarom een grotere barrière creëren door middel van gecompliceerde termen – gecompliceerde termen van betrokkenheid en complexe nomenclatuur kunnen worden vermeden". Het is tijd om eenvoudig, snel en open te zijn.

De kat als katachtige werd op verschillende manieren besproken, bijvoorbeeld als potentieel kapitalistisch teken, zoals in 'de dikke kat' of een lui wezen; de kat als kat werd ook besproken als een wezen dat wendbaar is, goed kan luisteren en 's nachts kan zien. Er werd echter ook vermeld dat, terwijl een 'kat' in eerste instantie als een dier zou kunnen resoneren, veel van deze a priori betekenissen na binnenkomst in het domein van de hedendaagse kunst zullen veranderen. Doordrongen met nieuwe betekenissen die door de projecten van het instituut worden overgebracht.

Van de drie voorgestelde namen vond de meerderheid van de leden van de adviescommissie dat de naam Kat (in één van de spellingsvarianten) het meest aan te raden zou zijn als naam voor de instelling.


Dit is het advies dat wordt gegeven over de naamoptie kin:

Deze naam suggereert een ambitie om relationeel te zijn, en voor sommigen–die bekend zijn met een notie van radicale verwantschap–zou dat inspirerend kunnen zijn. Deze naam sluit echter niet aan bij een breder publiek dat misschien niet vertrouwd is met deze theoretische betekenis van de term 'verwanten' zoals het wordt gebruikt door Donna Haraway. In het Nederlands betekent het letterlijk kin, wat voor de Nederlandssprekende publiek gênant kan zijn en een barrière kan vormen. Dit geldt ook voor de Germaanse talen (kinn).

Deze naam is door de meerderheid van de adviescommissie niet aanbevolen.


Dit is het advies over de naamoptie Haven:

TDeze naam maakt een gewaagde claim. Het is echter een potentieel onhaalbare uitdaging. De instelling moet niet te veel beloven. Bijvoorbeeld, voor wie zou het een haven zijn, of een veilige haven? Centraal in de discussie stond de vraag of een kunstruimte echt 'veilig' moet zijn, of dat ze in plaats daarvan een ruimte moet zijn voor wat 'gewaagd', 'dapper' of ‘itchy'(prikkelend) is. Ook is er een grote kloof tussen de betekenis van het woord 'haven' in het Nederlands en meer algemeen een 'ruimte van veiligheid' in het Engels. De dubbelzinnigheid en het verschil in fonetische toon bij het uitspreken waren niet prettig. Het werd ook gezien als een naam die te veel verbonden is met citybranding, en erkent niet dat de citybranding zelf de afgelopen jaren is getransformeerd om een stedelijke ervaring te creëren dat een havenstad overstijgt.

Deze naam is door de meerderheid van de adviescommissie niet aanbevolen.


Dit is het advies over het naamvoorstel van Melly:

Deze naam was onderdeel van een zogenaamde "wat ontbreekt er?" discussie-ronde. Sommige leden van de commissie raakten geïnspireerd door het proces van het ontstaan van die naam en door het feit dat de instelling de ruimte op de begane grond heeft omgevormd tot een meer open en dynamische ruimte die openstaat voor publieke betrokkenheid in Rotterdam. Sommige leden gaven aan dat de naam Melly lokaal een proces is dat wordt gedragen door een diverse groep van opkomende kunstprofessionals in Rotterdam; dat het vanuit veel verschillende perspectieven een nieuwe generatie en eigenaarschap van de instelling aanduidt. Zij gaven aan dat de oude naam verwees naar een kolonist die werd herdacht als een nationale 'held', terwijl de naam Melly verwijst naar een 'anti-held', Melly Shum, zoals geportretteerd in Ken Lum's kunstwerk Melly Shum Hates Her Job (1990).

Er werd ook bezorgdheid geuit over de vraag hoe het karakter van de huidige Melly-ruimte zou blijven bestaan als het instituut deze naam volledig zou overnemen; en, of de betekenis van dit proces effectief kan worden overgebracht buiten de stad. Een andere persoon gaf aan dat het wenselijk was om een naam van een persoon voor de instelling voor te stellen. Één van de leden stelde de vraag of het voor de instelling het beste was om een eenvoudige naam te hebben die door het institutionele programma en de publieke betrokkenheid geactiveerd zou kunnen worden, precies zoals Melly had gedaan. Er werdt ook aangekaart door één van de leden dat hoewel de naam Melly een lokale waarde heeft, zoals blijkt uit de reactie van de andere commissieleden, deze enigszins losgekoppeld blijft van de missie van de instelling.

De meerderheid van de leden van de adviescommissie zei dat als zij op dit punt zouden moeten kiezen tussen één van de drie voorgestelde namen en een “nieuwe” naam, dat Melly een betere naam voor de instelling zou zijn.