Direct naar artikelinhoud
interview

Staatssecretaris Uslu: ‘Culturele instellingen moeten hun werknemers en zzp’ers beter gaan betalen’

Er komt energiecompensatie voor culturele instellingen, zegt staatssecretaris Gunay Uslu van Cultuur en Media. De sector wordt niet genoeg gewaardeerd, vindt ze. ‘In Duitsland en Frankrijk is het heel normaal als je uit de klassieken citeert. Hier zeggen ze: doe niet zo gek.’

Staatssecretaris Gunay Uslu van Cultuur en Media: ‘Ik vind ‘leuk’ moeilijk te rijmen met deze functie.’Beeld Els Zweerink

Vanwege het interview wordt ze gefotografeerd, op het Museumplein in Amsterdam. Een toepasselijke plek, maar ook een praktische: staatssecretaris Gunay Uslu (Cultuur en Media) woont niet ver weg. Na de fotosessie is het een minuut lopen naar het etablissement waar het vraaggesprek zal plaatsvinden. Ze begroet niet minder dan drie mensen: de toevallig passerende oud-directeur van een fonds voor kunstaankopen waaraan Uslu als adviseur was verbonden (er wordt gehugd), een klant op het terras en, eenmaal binnen, een theaterproducent en voormalig shownieuwsdeskundige die heel graag met haar wil afspreken. Zij ook, antwoordt ze. Hij moest onlangs de reprise in 2023 van een musical schrappen vanwege stijgende kosten.

Tien maanden is Uslu, net 50 geworden, nu staatssecretaris voor D66. Het is niet de leukste tijd om cultuur in de portefeuille te hebben; de sector verkeert opnieuw in zwaar weer, mede doordat die nog niet is hersteld na de coronapandemie.

Dankzij de ruim drie miljard euro noodsteun van het kabinet en forse bezuinigingen door instellingen zelf is er geen een omgevallen. Maar nu de bezoekersaantallen ver achterblijven bij het niveau van voor de pandemie en de energiekosten de pan uitrijzen, dreigt het alsnog mis te gaan. De ‘taskforce’ die de hele cultuursector vertegenwoordigt, schreef half oktober in een brandbrief dat de boel alleen overeind kan worden gehouden met nieuwe financiële hulp.

‘Het zijn grote problemen’, beaamt Uslu. Ze vult de reeks tegenvallers uit eigener beweging aan: ‘De hoge inflatie. De stijgende lonen. De personeelstekorten. En dan hoop je dat de corona rustig blijft.’ Ze is met haar ambtenaren aan het inventariseren hoe groot het energieprobleem is. ‘Er zijn instellingen die met 800 procent stijging hebben te maken.’

Ze zegt dat er voor publieke instellingen, waaronder die in de cultuur, energiecompensatie komt. Ze voert hierover overleg met minister Sigrid Kaag van Financiën, haar partijgenoot. Voordat die de Najaarsnota uitbrengt, op 1 december, zou er een ‘passende regeling’ moeten liggen, aldus Uslu. ‘Maar we moeten ook gewoon eerlijk uitspreken dat het een heel groot probleem is. Of alles helemaal opgelost gaat worden, durf ik niet te zeggen.’

Aanleiding voor het interview is nieuws over de cultuursector dat Uslu afgelopen vrijdag bekendmaakte: hoe ze in de rest van de kabinetsperiode de 170 miljoen euro extra per jaar gaat verdelen die in het regeerakkoord is afgesproken. Opvallendste punt: bibliotheken krijgen het meeste geld.

‘Ik geloof echt in bibliotheken. Best lang hebben die weinig aandacht gekregen. Veel bibliotheken zijn gesloten, sommige bibliotheken hebben nog heel weinig ziel. Dat gaan we repareren. Aan volwaardige bibliotheken zie je dat die echt goed werken. Als er overheidsformulieren moeten worden ingevuld, krijg je daar ondersteuning. Mensen die laaggeletterd zijn, worden er geholpen. Tijdens corona studeerden jongeren er omdat ze dat niet thuis konden doen. Het zijn plekken waar je op een laagdrempelige manier in aanraking kunt komen met kunst en cultuur. Er gaat daar een wereld voor je open.

‘En als je kijkt naar wat voor polarisatie er nu in de samenleving is, dan is de bibliotheek een plek waar je ontmoetingen hebt. Er komen daar verschillende generaties bij elkaar. Je kunt er sociale cohesie ontwikkelen. Werken aan binding in de samenleving.’

Ze merkt op dat er ook veel geld gaat naar makers van cultuur. ‘Die waren vergeten. Je kunt wel heel mooie instellingen hebben, maar zonder makers heb je niet de verhalen in die instellingen. Dan heb je niet die tentoonstellingen, die voorstellingen. De makers moeten we een ereplek geven.’

U reserveert in 2024 en 2025 veel middelen voor het nog op te richten Slavernijmuseum. Gaat dat er nu eindelijk snel komen?

‘Het is een initiatief van de gemeente Amsterdam. Onlangs zijn kwartiermakers aangesteld. Dus het zit er wel aan te komen dat volgend jaar de locatie concreet wordt, wat er moet worden gebouwd en hoe de collectie van het museum eruit gaat zien. Dat is voor mij reden geweest om dat geld te reserveren.

‘Ondertussen voeren we ook een verkenning uit naar een Nationaal Historisch Museum. Dat is nog niet zo concreet. Met het Slavernijmuseum zijn ze al acht jaar bezig. De oprichting van het Nationaal Historisch Museum mislukte eerder, ik ben het weer aan het oppakken. Ik heb een rondetafelgesprek georganiseerd met geschiedenisleraren en andere deskundigen om te kijken wat de wensen zijn. Binnenkort is er een rondetafel met jongeren. Die wil ik er ook graag bij betrekken.’

Er gaat flink wat geld naar een betere beloning in de cultuursector, waarover al een tijd werd gepraat.

‘Ik ga niet over de arbeidsmarkt als geheel. Maar ik kan wel, door een voorbeeld te stellen, een verandering inzetten. Door te zeggen: de culturele instellingen die gesubsidieerd worden door de rijksoverheid en de Rijkscultuurfondsen moeten hun werknemers en zzp’ers beter gaan betalen. Dan hoop je dat de rest van de sector ook meegaat. Zzp’ers verdienen gewoon te weinig.’

De Kunstenbond spant een proces aan tegen de Nederlandse staat. De bond eist dat zzp’ers alsnog worden gecompenseerd voor het gebrek aan noodsteun tijdens de pandemie. Vreest u dat proces? Belangengroepen hebben bij de rechter herhaaldelijk met succes het klimaatbeleid van het kabinet aangevochten.

Ulslu’s woordvoerder, die het gesprek bijwoont, komt tussenbeide. De staatssecretaris kan geen antwoord op deze vraag geven, stelt hij; het is goed gebruik dat bewindslieden niets zeggen over lopende rechtszaken. Uslu: ‘Er zijn meerdere departementen bij betrokken. Maar natuurlijk volg ik het.’

Ze heeft, in de nog korte tijd dat ze staatssecretaris is, al opvallend veel interviews gegeven. Die gingen vooral over haar levensloop. Uslu, een nakomertje van Turkse ouders, had een tamelijk ongewone opvoeding.

Haar vader trok naar Nederland, waar hij een succesvolle zakenman werd; hij dreef pensions en koffiehuizen. Hij leidde een losbandig leven, met buitenechtelijke kinderen tot gevolg. De tien jaar oudere zus van Gunay, Meral, maakte daar later een (bekroonde) documentaire over.

Hun moeder voegde zich later bij haar man in Nederland en hielp diens bedrijf runnen. Gunay werd daarna geboren, in Haarlem. Tijdens de zeven jaar dat ze op een lyceum in Amsterdam zat, woonde ze voor het grootste deel bij haar zus Meral. Het huwelijk van hun ouders strandde uiteindelijk.

Ze studeerde Cultuurwetenschappen. Ondertussen runde ze een paar jaar een reisbureau. Ze was docent aan de Universiteit van Amsterdam, projectmanager in het Rijksmuseum in Amsterdam en freelance curator van exposities. Ze promoveerde, op de erfgoedpolitiek van het Ottomaanse Rijk. Op de kaft van haar proefschrift staat haar voornaam gespeld als Günay. Het trema zou later verdwijnen.

Gunay Uslu: ‘Het gebrek aan waardering voor cultuur in Nederland was voor mij een belangrijke motivatie om hier te zitten.’Beeld Els Zweerink

In 2014 ging ze bij Corendon werken, het reisimperium van haar broer Atilay. Daar was ze als directielid verantwoordelijk voor onder meer hotelontwikkeling. Het was een verrassing dat ze tot staatssecretaris werd benoemd. Ze had geen politieke ervaring. Maar ze kent de kunstwereld goed – ze bekleedde meerdere advies- en bestuursfuncties bij instellingen.

Onlangs zei u in een toespraak op een congres dat cultuur meer liefde verdient. U citeerde een strofe van Prince, volgens u een van de grootste popmuzikanten ooit: ‘Lieve cultuursector, you need a love that’s gonna last. Collectieve liefde. Grote liefde. Uitgesproken liefde. In het hele land. En vanuit politiek Den Haag in het bijzonder.’ Moet daar extra zendingswerk worden verricht?

‘Zo wil ik het niet stellen. Mensen zijn daar wel enthousiast. Maar ik kom natuurlijk van buiten. Ik miste waardering voor cultuur. Dat die niet wordt geuit. Cultuur is zo doordrongen in je leven, in wie je bent. Cultuur is zo’n vanzelfsprekendheid, je mist het pas als het er niet is. Als je niet naar de film kunt. Als je geen concert kan bijwonen. Als je kind niet naar de muziekschool kan.

‘Waarom kunnen we niet die waardering voelen? In Duitsland en Frankrijk is dat anders. Daar is het heel normaal als je uit de klassieken citeert. Als je dat hier doet, zeggen ze: doe niet zo gek. Ik ga in de Huizingalezing, die ik op 9 december mag uitspreken, dieper in op het gebrek aan waardering voor cultuur, hoe dat in Nederland historisch is ontwikkeld. Er moet op dit vlak veel gebeuren en voor mij was dat echt een belangrijke motivatie om deze periode hier te zitten.’

U schijnt de premier en andere kabinetsleden mee te nemen naar culturele uitjes om begrip te kweken.

‘Ik ga inderdaad af en toe met bewindspersonen naar voorstellingen. Dat is heel leuk. En mensen zijn ook heel enthousiast. Bewindspersonen vragen: wanneer ga je met mij? Het is een beetje druk met alle debatten in november. Maar er zijn allerlei bezoeken gepland.’

U zei kort na uw aantreden dat u uw baan ‘nog niet heel leuk’ vond. Hoe is dat nu?

‘Dat was in mijn eerste week, toen ook nog het grensoverschrijdend gedrag bij The Voice of Holland speelde. Ik vind ‘leuk’ moeilijk te rijmen met deze functie. Het is een onrustige tijd en het is een functie met veel verantwoordelijkheden. Soms vragen mensen: hoe is het vergeleken met je vorige banen? Je bent niet meer vrij. Je voelt de publieke druk. Het is heel hard werken. Het is ook niet zo dat ik meer verdien. Juist niet, in mijn geval.

‘Maar het zijn niet de benefits waarvoor ik dit doe. Ik doe dit echt vanuit die frustratie tijdens coronatijd, toen ik dacht: waarom laten we niet zien dat cultuur ons verbindt?’

Na afloop fietst ze naar huis. Maar niet dan nadat begroeting nummer vier heeft plaatsgevonden.

CV Gunay Uslu

Geboren op 25 oktober 1972 in Haarlem
1997-1999 Manager van een reisbureau
1997-2001 Studie Cultuurwetenschappen, Universiteit van Amsterdam
2001-2018 Docent Cultuurwetenschappen, met onderbrekingen, aan de UvA
2002-2005 Projectmanager cultuureducatie en evenementen in het Rijksmuseum in Amsterdam
2008-2015 PhD, proefschrift Homer, Troy and the Turks - Heritage and Identity in the Late Ottoman Empire, 1870-1915
2011-2013 Freelance curator van tentoonstellingen
2014-2022 Directeur hotelontwikkeling en design bij Corendon
2018-2022 Raad van toezicht Eye Filmmuseum, adviseur Vereniging Rembrandt, raad van advies Allard Pierson en het Mauritshuis
Sinds 10 januari 2022 staatssecretaris van Cultuur en Media voor D66

Uslu heeft een partner en twee kinderen.